De wielerkleding

Wat moet je wanneer dragen?
- Boven de 25 graden: korte broek, shirt korte mouw, eventueel een zweethemd.
- Tussen de 15 en 25 graden: korte broek, zweethemd, shirt korte mouw.
- Tussen de 10 en 15 graden: korte broek, zweethemd, shirt lange mouw (of armstukken).
- Tussen de 5 en 10 graden: lange broek, zweet hemd lange mouw, jas lange mouw, warme handschoenen.
- Bij -4 graden en minder: overschoenen, (thermo)lange broek, zweet hemd lange mouw, (thermo)jas lange mouw, oorwarmers (hoofdband), (thermo)handschoenen.
 
Nooit:
- Langebroek met wijde pijpen.
- Onderbroek onder je wielerbroek dragen.
- Regenpakken (zweten).
 
Zweethemd:
Thermo ondergoed (zweethemd) kan je krijgen met korte en lange mouw. Bekende merken: Craft, Odlo, Vaude enz. Maar ook te koop bij Hema en Action. 
Natuurlijk niet alleen voor het mountainbiken maar ook voor bv het skiën.
 
Sneeuw:
Goed ingepakt kun je prima fietsen in barre winterse omstandigheden!
 

De fiets

Hierbij een aantal algemene fiets-tips:
- Controleer altijd je fiets voor je naar de training gaat: Wielen / remmen / ketting / schakelmechanisme
- Draag altijd een goed gekeurde helm met je naam en telefoonnummer van thuis er in.
- Neem tijdens een lange tocht: fietspomp, binnenband, bandenlichters, multi-tool, voldoende eten en drinken mee.
- Pomp je band niet te hard op, omdat een harde band minder grip heeft in zand en modder.
- Zorg dat de remmen zo staan afgesteld dat je met twee vingers kunt remmen en nog steeds de handvaten goed kunt vasthouden.
- Klik pedalen lijken stoer maar zijn pas aan te raden als je techniek en kracht voldoende zijn. Vraag eerst je trainer om advies.

Nieuwe MTB?
Je hebt een nieuwe MTB nodig. De oude past niet meer of je begint met mountainbiken en hebt een eigen MTB nodig.
Waar moet je dan op letten bij aanschaf?
Wielmaat
MTB’s zijn er in alle kleuren en maten. Voor bikers vanaf 8 jaar adviseren we een fiets met minimaal 26" wielen.
Vanaf 12 jaar kun je als je lang bent (plus 1,75) een 27,5" (zevenentwintig en een half) of een 29” (twentyniner) overwegen.
Framemaat
Stelregel is: binnen beenlengte x 0,226cm = framemaat
Meet de lengte van je binnen been op blote voeten (zet deze ongeveer 15 cm uit elkaar). Dat wil zeggen vanaf de vloer tot en met je kruis.
Vermenigvuldig de binnen beenlengte met 0,226. Rond de uitkomst naar beneden af.
Dit is dan de juiste fietsmaat.
Voorbeeld: 58 cm x 0,226 = 13,10 inch. Afgerond: 13 inch.
Framemateriaal
Aluminium is de beste keuze.
Vergeet carbon en titanium. Staal is out.
Afmontage
Eigenlijk het belangrijkste van je fiets: alle bewegende delen zoals derailleurs, crankstel, trapas, pedalen, shifters, remmen, ketting en cassette. Deze bepalen in grote maten hoe je fiets rijdt. Fabrikanten als Shimano en Sram hebben hun onderdelen in groepen verdeeld. Van hele dure, lichte groepen voor de profs tot betaalbare en zware voor de recreatiefietser.
Shimano groep  Voor wie?
XTR Profs
XT Semiprofs
SLX Serieuze mountainbiker
Deore Serieuze mountainbiker
Alivio Recreatieve mountainbiker
Acera Recreatieve mountainbiker
 
SRAM groep  Voor wie?
XX & X0 Profs
X9 Semiprofs
X7 Serieuze mountainbiker
5.0 Serieuze mountainbiker
4.0 Recreatieve mountainbiker
Het mooiste is natuurlijk als een fietsfabrikant de fiets met onderdelen uit 1 groep afmonteert. Maar helaas komen er veel mix-fietsen voor. De fabrikant monteert dan wel een dure achter derailleur maar ook een goedkope en minder duurzame cassette en ketting. Want die vallen toch minder op. (maar die slijten wel het snelst!)

 

Paarden en MTB-ers

Paarden zijn van nature prooidieren en daarom willen ze vluchten als ze schrikken of als er gevaar dreigt. Zeker als er iets achter hen aan komt.
Alleen als ze niet weg kunnen, terwijl ze zich niet veilig voelen, kunnen ze gaan schoppen.
Je kunt aan een paard zien of het bang is of niet. Het zal zijn hoofd omhoog doen, oren en ogen allert, met korte pasjes lopen. Wanneer het paard ineens opzij springt en/of weg rent, is het geschrokken.
Als het paard onrustig heen en weer draait, vindt hij het spannend, wil weg, maar houdt de ruiter het tegen (heeft nog controle).
Een paard kan niet zien wat er recht achter hem gebeurt.
Wat mountainbikers het beste kunnen doen bij het passeren van ruiters:

  • Als je van achteren wilt inhalen, laat dan even horen dat je eraan komt, zeg bijvoorbeeld: “Hallo, mag ik passeren?”
  • Als het paard erg onrustig is, stap dan af en loop naast je fiets.
  • Geef de ruiter de gelegenheid het paard om te draaien, of stil te laten staan, zodat het kan bekijken wat er aan komt.
  • Rustig fietsen.
  • Soms helpt het nog iets te zeggen (“rustig maar, ik doe je niets”)
  • Afstand houden
  • Als je een paard tegemoet rijdt is er meestal minder kans op schrikken, maar ga ook dan iets rustiger fietsen.
  • N.B. Een ruiter hoort ook rustig te stappen wanneer je elkaar passeert.


Wat je beter niet kunt doen:

  • Schreeuwen / gillen.
  • Plotseling (piepend) remmen.
  • In volle vaart het ruiterpad (of een openbare zandweg) kruisen.
  • Vlak langs een paard gaan.
  • Achter een paard aanrijden, er achter blijven hangen

Controleren voor elke training of rit

- Controleer altijd je fiets voor je naar de training gaat: Wielen / remmen / ketting / schakelmechanisme
- Draag altijd een goed gekeurde helm met je naam en telefoonnummer van thuis er in.
- Neem altijd mee: fietspomp, binnenband, bandenlichters, multi-tool, voldoende eten en drinken.
- Pomp je band niet te hard op, omdat een harde band minder grip heeft in zand en modder.
- Zorg dat de remmen zo staan afgesteld dat je met twee vingers kunt remmen en nog steeds de handvaten goed kunt vasthouden.
- Klik pedalen lijken stoer maar zijn pas aan te raden als je techniek en kracht voldoende zijn. Vanaf groep BLAUW mag je ze monteren.
- Deze spullen horen niet op je mountainbike: barends, standaard, ligstuur, vaste spatborden, smartphone.
 

Mijn eerste MTB wedstrijd

Je traint al een tijdje op de mountainbike mee en wil eens een wedstrijdje rijden.
Hoe gaat zoiets in z’n werk? En waar moet je aan denken?
Hieronder volgen een paar tips en trucs.
 
Inschrijven
 
Je zult je altijd moeten inschrijven voor een wedstrijd. Dit geldt voor officiële KNWU wedstrijden maar ook voor alle andere.
BV: www.mtbwintercross.nl, www.knwu.nl of www.icwnoord.nl
Vaak moet dit van tevoren via de site van de organisatie. Maar vaak kun je ook op de dag zelf nog inschrijven. Dit heet: bijschrijven.
Bij bijschrijving betaal je in de regel meer dan bij voorinschrijving. Sommige wedstrijden hebben geen voorinschrijving.
Neem altijd je KNWU lidmaatschap, Clublidmaatschap & legitimatie mee.
Bij de inschrijving zul je moeten opgeven in welke klasse je rijdt. Je kunt verschillende klassen hebben. BV 8/9 jarigen, 10/11 jarigen.
Elke klasse kan een ander duur hebben. BV 15 minuten/30 minuten enz. Soms hebben verschillende klassen zelfs verschilde parcoursen!
 
Voorbereidingen
 
Nu ga je je zelf voorbereiden op de wedstrijd. Een dag van te voren ga je je fiets wassen en poetsen.
Je controleert of alles nog goed functioneert. Staan de remmen goed afgesteld?
Zijn de rem blokjes niet versleten? schakelt de fiets nog super? Nu heb je nog tijd om één en ander te vervangen.
Zorg ook dat je ketting en tandwielen goed gesmeerd zijn en controleer of alle bouten goed vast zitten.
Daarna ga je al je spulletjes voor de wedstrijd klaarleggen:
Weekendtas
plasticzakje met nat washandje
handdoek
helm & bril
mtb schoenen
sokken & handschoenen
kortebroek
zweethemd
shirt korte mouw
bidon met ranja
mueslirepen
jasje voor het inrijden
complete set warme, droge kleding voor na de wedstrijd(dus schoenen/sokken/trainingsbroek/shirt/trui/jas/muts/e.d.)
elastiekjes, tie­raps en 4 veiligheidsspeldjes voor je stuurbord/rugnummer
geld
adres van de inschrijving, adres van de wedstrijd
 
Wedstrijddag
 
De avond er voor ben je op tijd naar bed gegaan! Je hebt goed je bordje spaghetti of macaroni leeggegeten en hebt lekker over de wedstrijd gedroomd.
Goed ontbijten is erg belangrijk! Eet genoeg en ook wat fruit en/of muesli.
Smeer ook en stapel boterhammen om mee te nemen en vergeet geen drinkpakjes/blikjes.
Zorg dat je ruim op tijd bent voor het inschrijven.
Let goed op de tijd dat de inschrijving begint en wanneer je kunt inrijden. 
Verken de start heel uitgebreid en kijk van te voren welke lijn je wilt rijden.
Verken dan pas de rest het parcours. Waar kan ik inhalen? Waar kan ik even tot rust komen zonder ingehaald te worden? (bv op een singletrack)
Eet een half uur voor de start nog iets kleins zoals een banaan of een plakje ontbijtkoek.
Inrijden doe je met warme kleren en pas vlak voor de start geef je je jasje af aan je ouder.
Zorg dat je aan de goede kant staat. Je had de start goed verkend, weet je nog?
En dat je de goede versnelling voor de start gekozen hebt.
Er wordt nu afgeteld tot de start. Ze zeggen dan: “nog 1 minuut tot de start”.
Vaak wordt er dan op een fluitje geblazen of wordt er een startschot gegeven
Stel je in op wat komen gaat:
Je gaat heel hard fietsen.
Het gaat een beetje pijn doen, zo hard fietsen, maar dat gaat ook snel weer over.
Zorg dat je niet buitenadem komt en verdeel je krachten.
Je gaat voor niemand aan de kant. Wees niet beleefd.
Maar het belangrijkste: je gaat een hoop plezier beleven!
 
Ready? GO!